tr,
(gesch. op 10-01-1664)
met
Gijsbert Jansz Lustigh, zn. van Jan Lambertsz Rijcksz Lustigh en Jaapje Cornelis ,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1651-69,
ovl. op 24-01-1668 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1668-52,
, -
GIJSBERT JANSZ LUSTICH / GHIJSBERT JANSEN LUSTIJCH
Huizen Koptienden: (1651-69 1665-52):
1651-69: v. VADER Jan Lambert Rijcksz 4 Spt 5 cop
- v. Peter Cornelisz 1 Spt 3 cop 1/2
- v. Rijck Jansz (Rijcksz) 4 cop
- Situatie: 6 Spt 4 cop 1/2
1662-52:opLambert Elbert Coppen Blaricumboek 4 cop
- op Rutger Hendricksz Blaricumboek 3 cop 1/2
-- Situatie: 5 Spt 5 cop
1668-52: op Lambert Jan Gerrit Rutgersz 4 cop
- op Steffen Jacobsz 1/4
- op Elbert Rutten (Ruijn) 2 cop
- op Harmen Claesz Schram 2 cop 1/4
- op Louwer Hendricksz 2 cop 1/4
- VAN Dirck Elbertsz Sommesel 5 cop
- op Jacob Jansz Jongert 2 cop
- op Jan Jacob Wijchertsz 2 cop 1/2
- op Peter Tijmen Lambert Reijngersz 1 Spt 2 cop 1/2
- op Gijsbertje Henricksz 4 cop
- op Willem Teeuwisz 2 cop 1/2
- op Goossen Reijersz 1 cop 1/2
- op Jacob Wijchertsz 4 cop 1/4
- op Rijck Hendrick Lustigh 5 cop
- op Hendrick Jan Thomasz/Toemansen 7 cop
-
RAH-176-1527; Kroniek L.R. Lustigh, blz. 174: neef v Rijck Hendricksz Lustigh
-
ORA-184-3170; 21-03-1656: Op verzoek van het nagelaten weeskind van wijlen Lubbert Baerentsz @ Tijmentje Jans en hun crediteuren de boedel ponts ponts te verdelen. Jan Pietersz en Claes Elbertsz. Handtekeningen van Claes Jansz Swart, Gerret
Gerretsz, Gerret Willemsen, Elbert Claasz Laren, Gijsbert Jansen Lustig, Lambert Willemsen, en het merk van Heijn Lubbertsz
-
ORA-184-3170; 15-05-1656: Gerret Willemsz en Gijsbert Jansz Lustich schepenen
-
ONA-3664A079; 20-07-1663: Jan Jacobsz (27 jr) en Ruts Jansz (25 jr), beiden buurlui van Huijsen, verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren dat op 10.07.1662 op een maandag de requirant staande op zijn land gelegen aan de noordzijde van zijn
huis, ene Gijsbert Jansz Lustich aan kwam rijden met paard en wagen en, omdat het daar zo smal is, ook over het land wilde rijden, wat de requirant wilde beletten, waarop Gijsbert Jansz Lustigh van de wagen stapte met een oord in zijn hand
waarmee hij hem dreigde te slaan
-
ORA-184-3170; 18-12-1663: Claes Elbertsz @ Lambert Gerritsz schepenen tot Huijsen doen registreren dat Tijs de ketelboeter ontrent 5 a 6 weecken geleden ter versoecke van Geertje Gerrits huijsvrouw van Gijsbert Jansz Lustich voor haerluijden
verclaert hadde dat hij op seecker tijdt wesende ten huijse van de requirante gesien heeft dat haer man Gijsbert Jansz Lustich voornt droncken thuijs comende sonder dat de voorn Geertje Gerrits ijets tegen hem seijde aenstonts op haer begonde
te morren, @ oock haer ene schop gegeven hebbende sijn mes trock in meijningen van haer te quetsen, @ dat hij deposant daer voor schietende sulx verhinderde presenterende 't guntvoorn staet t'alle tijde met ede te bevestigen.
Ende alsoo dienaengaende bij de voorn Geertje Gerrits versocht wierdt acte soo is dese bij Schepenen voorn. ondert.
-
ORA-184-3183; 10-01-1664: hebben Claes Elbertsz en Gijsbert Claesz Bout schepenen tot Huijsen ter register doen aenteijckenen dat Gijsbert Jansz Lustich @ sijn huijsvrouw Geertge Gerrits, al soo sij en ?? enichs met de anderen waeren levende
ten overstaen van haarluijden geaccordeert waeren te scheijden van Bedt en taefel @ dat Geertgen Gerrits haeren goederen die sij ten huwelijk ingebraght hadde weder na haer soude nemen @ voor so veel eenige goederen vermist souden mogen werden
die hij Gijsbert Jansz Lustich niet en konde te voorschijn brengen; dat hij daer voor soo veel geldts soude geven als Jan Gerritsz Backer en Tijmen Rutten als goede mannen souden vinden dat redelijck was
-
ORA-184-3171; 26-01-1666: Jan Cornelis CONTRA Gijsbert Jansz Lustigh; Lambert Gijsbertsz Smits en Jacob Gerritsz als bij den Gereghte gestelt tot vooghden van Elbertgen Cornelis en Jannetgen Cornelis @ in die qualiteit de saeck vanwege de
voorn weeskinderen aennemende voor Gijsbert Jansz Lustigh concluderen .
-
ONA-3669A103; 31-12-1667: Testament van Gijsbert Jansz Lustich; aan Lambert Jansz Jock het paard en de koe als arbeitsloon; aen sijn meutge (tante) Neeltje Cornelis of bij vooraflijvigheid van de selve aen haere kinderen geprocreert bij
Hendrick Gerritsz een som van f 25;
- Item aen Evert Willemsz, Lijsbeth Claes en Jannetge Willems, Tijmen Willemsz, Meijertge Willems, Gerbert Gerritsz @ Geertge Gerrits sijne comparants susterlingen (zusterskind: neef of nicht) een som van f 6,-.
- Aan Jan Lambertsz Swart @ sijne suster Rutien Lamberts gesamentlijck een somme van drie hondert Car: gulden
- Item gelijcke somme van drie hondert gulden aen de weeskinderen van Aeltge Harmens
- Uijtgesondert dat Rijck Hendricksz Lustich vooruijt een somme van f 50 sal genieten
-
ORA-184-3171; 24-01-1668: Schepenen des dorps Huijsen gehoort hebbende de lecture van het testament van Gijsbert Jansz Lustich, medebrengende dat Jan Lambertsz Swart schout deses dorps executeur soude wesen van sijn uterste .. hebben tot
mede executeur van des voorn Gijsbert Jansz Lustichs uterste wille, aangesteld Rijck Hendricksz Lustich, des overledens susterlingh
-
ONA-3666A5; 16-03-1668: Geertie Gerrits (55 jr) laatst weduwe van Gijsbert Jansz Lustich zaliger en Thomas Jansz (48 jr) verklaren op verzoek van de erfgenamen van Stijntie Evertsz zaliger, waarover voorn. G.J. Lustigh voogd was. Getuigen:
Claes Elbertsz en Anthonis Jacobsz
>